WANDELEN IN HET MECHELS BROEK

Wat hebben gallowayrunderen (m/v) en 21 homo’s gemeenschappelijk? Het natuurgebied het Broek tussen Muizen en het Provinciaal Domein De Nekker.

Zondag 1 oktober, een mooie herfstdag. We verzamelen aan het lokaal van Natuurpunt voor een wandeling met gids door het 100 ha grote natuurgebied, eigendom van Mechelen, maar voor een symbolische euro verhuurd aan Natuurpunt. De gids wacht ons op. Wie zijn ons? 21 leden en niet-leden van HLWM, een mooie mengelmoes van ouder en jonger, met enkele nieuwe gezichten. Welkom.

De gids kreeg aardig wat concurrentie van enkele HLWM’ers: een landbouwingenieur en een grote natuurliefhebber. De overigen lieten de klare en boeiende uitleg over zich heen rollen. We hebben zelfs letterlijk van de weide geproefd: peperkruid en iets dat op spinazie leek, maar waarvan ik de naam ben vergeten (ben dan ook een historicus, geen bioloog).

Om massa’s vogels te spotten was het te laat én te vroeg. Te laat voor de trekvogels, zoals zwaluwen, die al op weg naar het warmere zuiden waren. Te vroeg voor de beestjes uit het koude noorden die hier komen overwinteren. Maar onder meer de ooievaars en de aalscholvers waren wel van de partij.

Winterse bontmantel

Tussendoor nog wat stevige galloways. Langharige runderen die in de winter een lange bontmantel krijgen, en waarvan er sommige op het Broek overwinteren. Het voordeel van de galloways? Ze kunnen tegen een stootje, zijn weinig kieskeurig in wat ze binnenspelen en houden de open ruimte van het broek open omdat ze ook jonge boompjes opeten.

En de paddenstoelen…, die schoten als paddenstoelen uit de grond. Het was een lust voor het oog: rode met witte stippels (vliegenzwammen), witte, groene, gele, de ene al giftiger dan de andere. Blijkt dat de vliegenzwammen een zekere filie voor berken hebben, en omgekeerd.

En van laaghangende (30 cm boven de grond) braambessen blijven we voortaan beter af. Die kunnen besmet zijn met de vossenlintworm, een beestje dat je liefst niet in je lijf krijgt. Gelukkig waren we te lui om ons te bukken, en hebben we enkel besjes gegeten die minstens een meter boven de grond hingen.

Omdat het café van Natuurpunt eivol zat, zijn we uitgeweken naar een nabij gelegen café, waar we buiten nog wat gedronken hebben op kosten van HLWM. Bedankt. Een geslaagde namiddag. En… er zijn in de buurt van Mechelen nog wel wat natuurgebieden.

Carl P (4/10)

BRITSE KUNST IN DE KAST

Homoseksuele thema’s schilderen en toch niet in de cel belanden. Dat was de uitdaging van Britse schilders (m/v) tussen 1861 en 1967.

In Tate Britain in Londen liep tot 1 oktober de expo Queer British Art, 1861-1967. Van waar deze twee jaartallen? Vanaf 1867 stond in het VK niet langer de doodstraf op seks tussen twee mannen, maar wel nog altijd lange gevangenisstraffen. In 1967 werden ook die naar de prullenmand verwezen.

Gedurende die honderd jaar kwam het er dus op neer niet al te openlijke gay thema’s op doek te zetten. De Griekse mythologie (Icarus, Sappho…) leende zich daar perfect toe, omdat je je als schilder kon verbergen achter de façade van een cultuur-historisch onderwerp, terwijl je ondertussen toch maar lekker mannelijk of vrouwelijk bloot aan het schilderen was.

Nog een groot voordeel: met de keuze van de mythologie – een algemeen aanvaard thema, ook bij heteroschilders – gaf je niet meteen prijs of je al dan niet homo was. Van een aantal van de geëxposeerde schilders is nog altijd niet geweten of ze al dan niet queer waren. Toch liepen in die periode enkele van hen tegen de lange arm van de wet. Onder meer Simeon Salomon bracht in de 19de eeuw enkele jaren in de cel door. Sommige van zijn tekeningen zijn erg ontroerend. Zoals ‘The Bride, the Bridegroom and Sad Love’, van een kussend jong heterostel, waarbij de man – onzichtbaar voor zijn vrouw/vriendin – de piemel vasthoudt van een erg droef kijkende jonge man (zijn ex?). (Afbeelding hiernaast)

Celdeur

De schrijver Oscar Wilde, van wie er een prachtig geschilderd portret hing, belandde eind 19de eeuw enkele jaren in de cel wegens een verboden relatie met Lord Alfred Bruce ‘Bosie’ Douglas, een jongere zoon van de markies van Queensberry. De deur van Wildes cel was op de expo te zien. Een bezoeker had er de volgende tekst bij geschreven: ‘Oscar Wilde’s prison door. Locking us up to keep us all in the closet. But we found the keys.’

Opvallend zijn de gelijkenissen tussen de Britse gay kunst en die op het continent. Neem nu de schilderijen van naakte zwemmende of zonnebadende Britse adolescenten van de Brit Henry Scott Tuke (afbeelding hieronder links) en de zwart-witfoto’s van blote Siciliaanse jongens van de Duitse edelman Wilhelm von Gloeden (afbeelding hieronder rechts), beide eind 19de-eeuws.

Veel belangstelling ook voor de Bloomsbury Group, een groep homo- en biseksuele Britten uit de hogere klassen – schilders, schrijvers als Virginia Woolf en Vita Sackville-West, economen als John Maynard Keynes – die in de jaren twintig, dertig van vorige eeuw een grote impact hadden op de Britse kunstscene. Binnen die groep betekenden huwelijksbanden niet meteen dat je geen ménage à trois of andere dingen kon uitproberen. Op de expo hing een schitterend bijna levensgroot schilderij van de schrijfster Vita Sackville-West (afbeelding hieronder links), en een prachtig zelfportret van Gluck (afbeelding hieronder rechts), waarbij je je als toeschouwer voortdurend de vraag stelt of de afgebeelde een vrouw dan wel een man is (vrouw dus).

 

Het hoogtepunt van de expo was vanaf de jaren veertig voorbij. Er hingen dan wel grote namen, zoals Francis Bacon en David Hockney, maar de band tussen de doeken en gay was – zelfs ruim geïnterpreteerd – niet altijd duidelijk. Een grappig ding is nog wel blijven hangen. Een blikken doos met meer dan 200 knopen van militaire uniformen, verzameld door het koppel Richard Chopping en Dennis Wirth-Miller, een kunstenaarsduo. De knopen waren herinneringen aan affaires met soldaten van een kazerne die nabij hun huis in Wivernhoe lag.

Parijs was beter

Een gelijkaardige expo in Parijs (Musée d’Orsay) eind 2013 was veel beter. Die focuste op het mannelijk naakt in de kunst van 1800 tot nu, waarbij ik me bij geen enkel doek de vraag moest stellen wat hangt dat hier te doen. In Tate (Londen) was dat anders. Het is niet omdat de schilder (m/v) homo was dat dat er bij zijn/haar doeken ook vanaf spatte, wat in Tate vaak het probleem was.

Tate is wat verloren gelopen in het te brede uitgangspunt, waarbij ook gefocust werd op queer in de theater- en filmwereld, de literatuur… Parijs was veel meer gefocust  (schilderkunst), maar beperkte zich tegelijkertijd niet tot de Franse kunst, wat Tate wel deed met de Britse.

Als Brussel zich ooit aan een soortgelijke expo waagt, dan is het te hopen dat de curator de mosterd haalt in Parijs en veel minder in Londen. Maar welke curator waagt er zich aan? Afzetmarkt nochtans verzekerd, want best veel volk in Tate Britain in Londen.

Carl P (29/9)

KAJAKKEN OP DE LESSE

Nadat de kajakuitstap in juni was afgelast – door een tekort aan water om op te kajakken – was het even zoeken naar een alternatieve datum voor ons avontuur op de Lesse.

Zondag 13 augustus was het uiteindelijk zover. Hoewel het zaterdag nog leek alsof het weer ons weerom parten zou spelen – ditmaal door een teveel aan hemelwater – kwam de zon er ’s middags door. Toen iedereen op zijn manier voorbij een watervalletje was geraakt, konden we dus even opdrogen op de oever. Waarna we alsnog nat werden…

Eenmaal aangekomen in Anseremme, stonden ons twee dingen te doen. Ons op een weinig elegante manier omkleden aan de auto en de verbrande calorieën compenseren met frieten. Daarna zakten we af naar Dinant, waar een lokale gids ons inwijdde in de geschiedenis van de stad. Weerom wat wijzer rondden we onze zomerse uitstap af op een terrasje, met het nodige ijs.

Bram H (20/8)