Smullen van toparchitectuur in Rotterdam

‘Het ding’, ‘brutalisme’ en ‘deconstructionalisme’. Het leek alsof Mario, onze gids voor de architectuurwandeling, er zaterdagochtend alles aan deed om Rotterdam zo lelijk mogelijk voor te stellen. Dat bleek absoluut niet het geval. De tweede stad van Nederland is een uithangbord van moderne en vaak gewaagde architectuur. Verslag van een topweekend met twaalf mensen van HLWM.

Twaalf HLWM’ers op de statietrap van het art-decohotel Atlanta.

Het zat meteen goed. Atlanta, ons hotel, bleek een mooi art-decogebouw van circa 1930, met een grotendeels bewaard interieur. Dat mag een wonder heten, want Rotterdam werd in mei 1940, in de begindagen van de Tweede Wereldoorlog, door de Duitse Luftwaffe met de grond gelijk gemaakt. Reden? De Nederlanders boden meer weerstand dan verwacht.

Na het ruimen van het puin konden de modernistische architecten na 1945 naar hartenlust experimenteren met nieuwe vormen, materialen en technieken. Gids Mario – ook een homo – nam ons mee op een boeiende architectuurwandeling van ruim 2,5 uur. ‘Om de grote, brede lanen te kunnen aanleggen, werden de kanalen met het puin van de bombardementen gedempt. Aan de zijkanten verrezen kantoorgebouwen, grote winkels, kerken, handelsbeurzen, scholen… Rotterdam zou een administratieve en commerciële stad worden. De mensen die moesten maar in de buitenwijken gaan wonen. Pas in de jaren 80, toen de stad leegliep, werd dat beleid teruggeschroefd.’ Nu is het een erg levendige stad, met veel bruisende pleintjes en buurten, en veel groen.

Kabouter buttplug

Het merkwaardigste standbeeld in Rotterdam is dat van een grote kabouter, met een taart in zijn rechterhand. Wegens de vorm daarvan kreeg het beeld al heel snel de koosnaam ‘kabouter buttplug’. Het is de geliefkoosde achtergrond van menig kiekje, vooral dan door homo’s. Dus ook voor ons.

Rotterdam is een van de grootste havensteden in de wereld. En haven betekent water, heel veel water. Een boottocht van ruim twee uur bracht ons tot in de voorhaven. Bagger- en steenstortschepen, de jeneverfabrieken van Schiedam, toentertijd Nederlandse grootste cruiseboot… Ze passeerden alle de revue. Maar vooral het zicht van op het midden van de Maas op de hoogbouw was de moeite. Onder meer een mooi ontwerp van Rem Koolhaas: een flatgebouw (2013) in de vorm van verticaal gestapelde containers, een verwijzing naar de haven. De iconische Erasmusbrug (1996) kent ook wel iedereen.

De gele kubushuizen, met een woonoppervlakte van circa 100 m2 uit de jaren tachtig, en de gigantische markthal met een plafond vol heel grote afbeeldingen van de vissen, groenten, bloemen en het fruit die er verkocht worden zijn absoluut een omweg waard.

De gele kubushuizen, een ontwerp uit de jaren 1980.

Bloempot

Rotterdam lijkt er maar niet genoeg van te krijgen. Over een paar jaar moet de ‘bloempot’ klaar zijn, een modernistisch gebouw dat dienst moet doen als depot voor alle kunst die het nabijgelegen museum Boijmans-Van Beuningen wegens plaatsgebrek niet kan ophangen. Het gebouw – in de vorm van een bloempot – wordt 40 meter hoog en krijgt een buitengevel van spiegelglas. Boven op het dak komt een grote tuin, met een zeventigtal bomen van tien meter hoog, waar de bezoekers iets kunnen gaan drinken en eten.

Ons groepje van twaalf wilde ook wel eens zien of er op homovlak iets te beleven viel. Absoluut: veel meer cafés dan we hadden gedacht. Café KeerWeer bleek op vrijdagavond niet bepaald een voltreffer. Wat verouderd en vies. Op zaterdagavond hadden we meer succes in Bar Loge 90, waar net een verkiezing van beste drag queen achter de rug was. Onder meer Walter, Lucas, Jan en William hebben tot consternatie van de aanwezig Nederlanders zwaar zitten swingen en dansen.

Een van de aanwezige drag queens was gecharmeerd door ons gezelschap. Ze was blijkbaar verrukt over het bezoek uit Vlaanderen. Ze heeft twee liedjes speciaal voor ons gezongen: een heel oude Nederlandse inzending voor het Eurovisiesongfestival, en Zwei kleine Italiener, de Duitse inzending van 1962…

Toen de zaak leegliep zijn we nog naar een andere kroeg getrokken. In Strano stonden de bezoekers tot buiten: praten, cocktails sippen, elkaar wat bemonsteren…

Viergangenmenu

En denken dat je in Nederland niet goed kunt eten is ook niet meer van deze tijd. In hotel New York – het tussen twee wolkenkrabbers gelegen gebouw van waar de Nederlanders tientallen jaren geleden naar Amerika emigreerden – hebben we uren gedaan over een heerlijke viergangenmenu overgoten met cava, wijnen, maar ook wel sloten water.

Wie nog niet in Rotterdam geweest is, zeker eens doen. Voor de afstand, 125 km van Mechelen, moet je het zeker niet laten. Een geluk: we hadden prachtig weer. Ik kan me indenken dat bij nat en koud weer de stad heel wat minder aantrekkelijk is. Maar zeker een aanrader. Jan, Antoine, Ronny en Guido, bedankt voor de organisatie.

Carl P (tekst) en Jan H, Carl P en Lucas VDB (foto’s) (28/5/2018)